Maandag
‘Ik word ’s ochtends wakker bij mijn ouders in Epe en begin de dag met een “wisseltempoloopje” van 12 kilometer. Ik doe 1 kilometer warming-up, ren 5 kilometer langzaam en 5 kilometer vlot. Vlot betekent voor mij ongeveer 4,15 minuten per kilometer. Ik sluit af met 1 kilometer coolingdown. Daarna werk ik en ’s avonds ga ik 2,5 kilometer zwemmen. Zwemmen versterkt je conditie, kracht en core, voorkomt blessures en helpt in het herstel na het hardlopen. Ik heb nog goed contact met mijn oude zwemclub, dus als ik in Epe ben, mag ik altijd meetrainen. Deze keer was dat een training die zich focuste op techniek en beenslag. Maar we zwemmen ook een kernprogramma waarin we vooral borst- en rugcrawl afwisselen. Na die training ga ik terug naar mijn woonplaats Amsterdam.’
Dinsdag
‘Ik sta vroeg op, eet twee broodjes en drink thee. Om zeven uur zorg ik dat ik klaarsta voor een rustige duurloop met een vriendin. Het is tijdens deze loop van 75 minuten nog pikkedonker, dus lopen we met veiligheidsvesten en lampjes. Onderweg kletsen we veel, want ik geloof dat je van rustige kilometers juist beter wordt en hoef dus niet elke training kapot te gaan. Na 14 kilometer komen we helemaal doorweekt de stad weer in. Het is inmiddels licht. De rest van de dag besteed ik aan het schrijven aan mijn boek Zwem, dat bedoeld is voor mensen die beter willen leren zwemmen of deelnemen aan een triatlon. Zo staan er trainingsschema’s en tips en tricks in en leg ik technieken uit, maar ik deel ook persoonlijke verhalen, recepten en oefeningen voor thuis. De dag eindig ik lekker op de bank.’
Woensdag
‘Baantrainingdag. De atletiekbaan ligt 5 kilometer van mijn huis en ik ga er rustig joggend heen. Daar begin ik met 20 minuten looptechniek en daarna volgt de training zelf: ik ren vier keer 1000 meter en dat doe ik progressief opgebouwd, dus ik begin rustig en eindig zo hard als ik kan. Na elke 1000 meter wandel ik 200 meter, en dat dus vier keer. Die kerntraining duurt ongeveer 20 minuten en daarna loop ik uit. ’s Middags ga ik naar een triatlongym in Schagen voor een zweettest. Als sporter zweet je veel, dus het is nuttig om te weten wat je verliest en hoe je dat aan kan vullen tijdens een training of wedstrijd. Heel interessant.’
‘Ik geloof dat je van rustige kilometers juist beter wordt’
Donderdag
‘Ik sta om zeven uur op en maak me klaar voor een duurloop van 15 kilometer langs de Amstel. Ik loop 10 kilometer rustig in, daarna volgt 2 kilometer vlot, 1 kilometer rustig, 1 kilometer hard en tot slot loop ik 1 kilometer uit. Ik maak vaak hetzelfde rondje omdat ik er niet van houd om te moeten stoppen tijdens mijn training. In Amsterdam is het natuurlijk best druk, zeker als ik rond half negen de stad weer in kom en iedereen naar zijn werk gaat. Daarom loop ik een route richting Ouderkerk aan de Amstel waarbij ik geen oversteek hoef te maken en ook niet over het fietspad hoef. Het voordeel is dat ik het een mooie route vind, die langs de weilanden gaat, dus hij verveelt me gelukkig nog niet, haha. De rest van de dag werk ik weer aan mijn boek.’
Vrijdag
‘Ik word wakker in het zwembad. Niet letterlijk natuurlijk, maar ik fiets vroeg naar het De Mirandabad waar ik gebruikmaak van een 25-badenkaart. Als ik alleen zwem, pas ik wat ik doe aan aan hoe ik me voel. Deze keer zwem ik 600 meter in en begin daarna aan de training: twaalf keer 100 meter waarin ik borstcrawl, school- en wisselslag afwissel en vier keer 50 meter waarin ik vlinder- en schoolslag en borst- en rugcrawl afwissel. Ik zwem uit en sta na een halfuur weer naast het bad. Thuis maak ik een smoothiebowl van een banaan, 250 gram kwark en 100 gram bevroren roodfruit. Dat doe ik in de blender en daar doe ik rozijnen en noten overheen. Het lijkt die dag wel lente, dus na mijn afspraken begin ik ’s avonds energiek aan een hardlooptraining. Ik loop 11 kilometer: 30 minuten rustig en 15 minuten snel en dat gaat heel goed. Onderdeel daarvan zijn een warming-up en coolingdown waarin ik jog zodat ik in hartslagzone 1 kom. Ik heb altijd een band om mijn borst die mijn hartslag meet. Ik loop op basis van hartslagzones en met uitzondering van intervaltrainingen nooit op basis van snelheid.’
Zaterdag
‘Morgen staat de halve marathon van Schoorl gepland. Ik heb daar de hele week al rekening mee gehouden door niet te zwaar te trainen en vandaag houd ik een rustdag. Ik slaap uit, werk tot drie uur en ga daarna theedrinken met een vriendin. Ik ben gek op thee en door veel te drinken zorg ik dat ik voldoende gehydrateerd blijf. Daarnaast eet ik die dag wat extra koolhydraten. Ik maak een pasta met kip, olijven, rucola, pijnboompitjes en zelfgemaakte pesto. Omdat ik hoor dat de wedstrijd in verband met storm Ciara vervroegd is, leg ik mijn tas en bidons vast klaar, spelt mijn startnummer op en ga vroeg naar bed.’
Zondag
‘De wekker gaat om zes uur en ik check meteen de laatste updates. Ja hoor, de wedstrijd is toch afgelast… Ik baal, want ik ben fit, heb geen last van blessures en voel dat ik klaar ben om een nieuw PR te rennen. Met een vriendin die ook mee zou doen, besluit ik nu een mooie training te houden. We doen niet ons gebruikelijke rondje van 15 kilometer, maar rennen 26 kilometer. Dat is door de wind heel zwaar, maar gelukkig hebben we de tweede helft wind mee. Daarna maak ik smoothiebowls en eiwitshakes en kijken we een documentaire op Netflix. Aangezien we allebei vrij zijn, besluiten we om ’s middags driekwartier onze core te trainen. Aan het eind van de middag gaat ze naar huis en plof ik met mijn vriend op de bank met een zak chips. We doen die avond niets, behalve eten bestellen en tv kijken. Een relaxed einde van de week.’
Over Suzanne @suzannebrummel
Geboortedatum 11-01-1994
Lengte 160 centimeter
Gewicht +/- 50 kilo *
Favo work-out ‘Ik vind elke sport leuk. Eerst zwom ik, sinds een jaar loop ik hard en eigenlijk zou ik nog wel meer willen doen, want uit elke sport haal je iets anders.’
Favo muziek ‘Tijdens het sporten luister ik gewoon de top 40. Of de muziek nu rustig is of niet, ik kan overal lekker op sporten.’
Favo gerecht ‘Pasta! Het liefst volkoren, maar of het nu met vlees, vis of vegetarisch is: ik ga op elke pasta goed.’
* Suzanne benadrukt dat dat gewicht niets zegt, omdat iedereen een andere bouw heeft. ‘De ene 50 kilo, is de andere niet.’
Bron: Mireille Sneekes | Beeld: Tjarko Hazewinkel en Andy Astfalck
