Waarom je niet alles hoeft te geloven wat je denkt

In je hoofd zit een stemmetje. Dat stemmetje vindt van alles: over je werk, je relatie, je uiterlijk, je familie, de wereld. Waarschijnlijk luister je elke keer als dat stemmetje iets zegt, ook als de inhoud je helemaal niets brengt. Byron Katie legt in de nieuwste versie van haar bestseller Vier vragen die je leven veranderen uit waarom je daarmee moet stoppen én hoe je dat doet.

Waarom je niet alles hoeft te geloven wat je denkt

Het is drie uur ’s nachts en je ligt alweer wakker. Omdat je moeder gisteren iets vervelends zei over je kinderen (‘Nou, zo druk waren jij en je broertje vroeger echt niet hoor’). Omdat je collega in een vergadering je idee afkapte met een flauwe grap. Omdat je buurvrouw net iets te vaak ‘gezellig’ koffiedrinkt met je partner. Bijna elke nacht lig je te malen. Over wat ze zeiden, wat ze deden, wat ze misschien bedoelden.

Zou je partner een affaire hebben? Vind je collega dat jij je werk niet goed doet? Ben je een slechte moeder? Je denkt dat deze gedachten je vooruithelpen, omdat ze je een gevoel van controle geven. Dat vinden je hersenen prettig, want hun belangrijkste taak is jou veilig houden.

Daarom is je brein altijd alert op gevaar en kan het problemen oplossen als de beste – behalve als het gaat om onoplosbare vragen. Dan blijven je hersenen zoeken naar een antwoord, zonder dat je een steek verder komt.

Uit onderzoek van Talker Research blijkt dat we dagelijks maar liefst 138 minuten besteden aan eindeloos gepieker over van alles en nog wat. Vooral millennials en Gen Z piekeren tijdens het in slaap vallen of als ze alleen zijn, waarbij geld de belangrijkste bron is van angst (53 procent), gevolgd door zorgen over familie en dierbaren (42 procent).

Dat moet anders, en dat hoeft volgens bestsellerschrijfster Byron Katie niet ingewikkeld te zijn. In 1986 bedacht ze The Work: een praktische methode waarmee je stressvolle gedachten onderzoekt in plaats van ze rondjes te laten draaien in je hoofd. Geen therapie of positieve mantra’s, maar vier simpele vragen die je helpen om te zien wat waar is én wat niet.

Wat ons van streek maakt

In no time groeide de methode van Byron Katie uit tot een wereldwijd fenomeen, met honderdduizenden mensen die individueel of in groepen, live of online aan The Work doen.

Oprah Winfrey, Elizabeth Gilbert (Eat, Pray, Love), Cheryl Strayed (Tiny Beautiful Things) en zangeres Alanis Morissette zijn fans. Zij noemen haar werk baanbrekend, omdat ze via deze methode hun werk, relatie, rouw, trauma’s of zelfbeeld anders zijn gaan zien.

‘Niet de dingen zelf maken ons van streek,’ zei de filosoof Epictetus al. ‘Maar onze gedachten erover.’

Niet omdat Katie hun problemen oplost, maar omdat ze leert hoe je je gedachten kunt bevragen én loslaten wat niet waar is. Katie noemt dit ‘psychische hygiëne’: met een paar scherpe vragen je eigen gedachten onderzoeken, zodat je kunt stoppen met vechten tegen de realiteit. Want die strijd win je volgens haar nooit.

‘Als je tegen de realiteit vecht, verlies je honderd procent van de tijd’, schrijft ze in haar boek Vier vragen die je leven veranderen. Toch is dat precies wat we doen als we vinden dat onze partner attenter moet zijn, dat collega’s ons serieuzer moeten nemen, of dat het niet mag regenen als we een festivalkaartje hebben gekocht.

Elke keer als je hoofd je zoiets vertelt, voel je stress. Niet omdat je stress krijgt van je partner, collega’s of regen, maar omdat je geloofde dat het anders had moeten gaan.

De stoïcijnse filosoof Epictetus zei het al: ‘Het zijn niet de dingen zelf die ons van streek maken, maar onze gedachten over die dingen.’

Van oordeel naar inzicht

Om Katie’s methode The Work onder de knie te krijgen, hoef je geen therapie te volgen. Het enige wat misschien lastig is, is dat je op zoek moet gaan naar de gedachte die je pijn doet.

Bijvoorbeeld: ‘Mijn moeder begrijpt me niet’, ‘Ik moet beter mijn best doen’, ‘Hij had niet mogen liegen’, ‘We raken financieel aan de grond’.

Daarna stel je jezelf vier vragen:

  1. Is het waar?
  2. Kun je absoluut zeker weten dat het waar is?
  3. Hoe reageer je als je die gedachte gelooft?
  4. Wie zou je zijn zonder die gedachte?

En tot slot keer je de oorspronkelijke gedachte om. Bijvoorbeeld: ‘Mijn moeder begrijpt me niet’ wordt ‘Ik begrijp mijn moeder niet’ of ‘Ik begrijp mezelf niet’.

Het doel is niet om positiever te gaan denken, maar om de realiteit onder ogen te zien – zodat je niet langer hoeft te lijden onder een verhaal dat je zelf hebt verzonnen.

‘Het lost niet je problemen op, maar je leert jezelf te bevragen en los te laten wat onwaar is.’

Dat klinkt simpel, maar Katie schuwt de confrontatie niet, ook niet als het ongemakkelijk wordt. In Vier vragen die je leven veranderen vertelt ze over Mary, die tijdens een van haar live sessies op het podium vertelt wat haar dwarszit: haar man. Ze haat alles wat hij doet – zelfs de manier waarop hij ademt.

Katie vraagt haar: ‘Is het werkelijk zijn ademhaling die je gek maakt, of je gedachte erover?’ En langzaam wordt duidelijk: het zijn niet de daden van haar man die haar pijn doen, maar haar gedachten daarover.

Leg schuld niet bij anderen

We zijn allemaal geneigd om de schuld van wat er misgaat in ons leven bij iemand anders te leggen. Het is toch hún schuld? Vervolgens proberen we het gedrag van die ander te controleren, in de hoop erkenning, excuses of verklaringen te krijgen.

‘Als je je eigen gedachten gaat onderzoeken, kun je jezelf bevrijden uit de vicieuze cirkel waarin je bent terechtgekomen,’ zegt Katie. ‘Het leven doet niets met ons. Wij doen iets met het leven. De pijn komt niet door wat iemand heeft gedaan, maar door ons verzet tegen wat er is.’

Daarmee bedoelt ze niet dat het gedrag van anderen geen gevolgen heeft, maar dat jouw lijden begint bij jouw interpretatie — en die kun je zelf onder de loep nemen.

Blijf ver van andermans zaken

Volgens Katie zijn er drie soorten zaken: jouw zaken, andermans zaken en de zaken van ‘God’ (of het universum, de realiteit, wat je wilt).

Elke keer dat jij je druk maakt over iets dat buiten jouzelf gebeurt – hoe iemand jou behandelt, wat er in het nieuws gebeurt, wat iemand zegt of niet zegt – ben je bezig met andermans zaken.

‘En dat voelt ellendig,’ zegt Katie. ‘Als je bezig bent met wat goed is voor iemand anders, dan ben je niet bij jezelf.’

Dat zorgt ervoor dat je je afgescheiden voelt, precies het punt waarop je ego de kans krijgt om te floreren. Je ego wil zich ergeren, verdedigen, gelijk halen, slachtofferschap claimen.

The Work zet daar iets radicaal anders tegenover: nieuwsgierigheid. ‘Wat als jij helemaal niet weet wat goed is voor een ander? Wat als het misschien helemaal niet klopt wat jij denkt? Wat als jouw waarheid nog ontdekt moet worden?’

Meer weten over hoe je zelf aan de slag kunt? Je leest het in de nieuwste Happy in Shape. Nu in de winkels!

Lifestyle
  • Tekst: Fleur Baxmeier
  • Adobe Stock