Je kent het wel: je hebt net je nagels zo mooi gelakt en een half uur later zijn er alweer stukjes af. Frustrerend! En terwijl je vast denkt dat het door de slechte kwaliteit komt van de nagellak, zou het wel eens aan jouw techniek kunnen liggen. Zo blijft je nagellak wél zitten:
1. Schud niet met het flesje - je krijgt dan namelijk luchtbellen tijdens het aanbrengen en dat willen we niet!
2. Vergeet het uiteinde van je nagel niet - nadat je je volledige nagel hebt gelakt, moet je het uiteinde ook horizontaal lakken. Hierdoor zal je nagellak minder snel chippen.
3. Blijf uit de douche meteen nadat je je nagels hebt gelakt - door het warme water gaat de nagellak bewegen en dat zorgt voor scheurtjes. Lak je nagels ook niet net nadat je gedoucht hebt.
4. Breng je nagellak aan in dunne laagjes - als je dikke lagen aanbrengt, droogt de lak niet goed.
5. Breng je lak aan in vier stappen en laat je nagels telkens drogen na een nieuwe stap - begin met de basiscoat, breng daarna een dun laagje nagellak aan, daarna nog een laagje en als laatste je topcoat. Laat ieder laagje telkens goed drogen voordat je de volgende aanbrengt.
6. Zorg dat je nagels schoon en droog zijn - klinkt logisch, maar toch vergeten we het vaak.