Heb je in januari vol goede moed besloten dat je dit jaar echt een halve marathon gaat lopen, maar merk je dat je nu amper nog je hardloopschoenen aantrekt? Zonde en onnodig. Met deze tip bereik jij je sportdoelen wél.
SMART
Je kunt veel baat hebben bij de SMART-methode. Dit principe komt uit de managementwereld, maar wordt ook veel gebruikt in de pedagogiek en sport. SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. De SMART-methode helpt je een doel concreter te maken. Dit doe je door de volgende vragen te beantwoorden als je een sportdoel hebt opgesteld.
Specifiek
Maak je sportdoel zo specifiek mogelijk. Zeg niet: ‘ik wil afvallen', maar 'ik wil tien procent meer spiermassa' of 'ik wil twee kledingmaten kleiner'.
Meetbaar
Je doel moet meetbaar zijn. Bijvoorbeeld: twee keer per week een uur werken met een PA om meer spiermassa te kweken. Of 5 kilometer hardlopen binnen 30 minuten. Dit kun je meten met een activitytracker of je mobiel.
Acceptabel
Is je doel acceptabel voor jezelf én je omgeving? Kun je het opbrengen om er dagelijks, wekelijks, maandelijks energie en tijd aan te spenderen? Je kunt bijvoorbeeld wel zeggen dat je elke dag naar de sportschool wilt, maar is dat écht te combineren met je werk en gezin?
Realistisch
Natuurlijk mag je de lat hoog leggen, maar zorg dat je doel haalbaar is. Zeg dus niet dat je binnen een jaar een marathon wilt rennen, als je nog niet eens met hardlopen bent begonnen. Dat is voor de meeste mensen namelijk niet weggelegd.
Tijdgebonden
Bepaal wanneer je je doel bereikt wilt hebben. Zorg dus voor een duidelijke deadline. Misschien kun je die koppelen aan een wedstrijd waaraan je gaat meedoen.
Tekst: Babette Dessing | Beeld: Adobe Stock