Niet gegarandeerd
Keurmerken waren een tijdje geleden landelijk in het nieuws. Niet per se op een positieve manier, helaas. Wat bleek? Een keurmerk op je banaan, pak koffie of chocoladereep garandeert niet voor de volle 100 procent dat boeren in de desbetreffende productielanden beter worden behandeld. Onderzoek van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) wijst uit dat de arbeiders op de plantages soms te lange dagen moeten werken en dat de arbeidsomstandigheden niet altijd goed genoeg zijn. Verwarrende conclusies, vond ik. Waar staan de keurmerken dan wel voor? Is het überhaupt wel zinnig om erop te letten? En zo ja, wat betekent welk keurmerk?
Keurmerk-nitwit
Eerlijk is eerlijk: dit was de eerste keer dat ik langer dan een paar tellen stilstond bij het fenomeen ‘keurmerk’. Er zitten op de producten die ik in m’n mandje gooi vaak zo veel stickers, sterren en aanbevelingen dat ik door de bomen het bos niet meer zie. Wat is belangrijk? En wat niet? Gevolg: ik let erop dat ik genoeg groenten en fruit binnenkrijg, maar verder steek ik mijn kop een beetje in het zand. Zonde, want er is volgens SOMO ook genoeg goeds over keurmerken te zeggen. ‘Ons signaal is dan ook absoluut niet: consumenten: stop er maar mee’, aldus SOMO-onderzoeker Sanne van der Wal in een interview dat hij gaf aan het NOS-nieuws. Integendeel: hoe meer mensen producten met keurmerken kopen, hoe meer invloed deze keurmerken volgens Van der Wal kunnen uitoefenen. ‘Dat is op de lange termijn dé manier om de structurele problemen aan te pakken’, legt Van der Wal uit.
Kortom: de oplossing begint bij ons, de consument. Kiezen wij bewust voor keurmerkproducten, dan krijgen keurmerken steeds meer draagvlak. En dat bredere draagvlak zorgt ervoor dat ze nóg beter kunnen worden. Werk aan de winkel dus. Ook voor mij, keurmerk- nitwit die ik ben. Geen excuses meer, het is de hoogste tijd om er volledig in te duiken. Ik ga op keurmerk-safari in de supermarkt.
Sterrensysteem
Ik kom bijna dagelijks in de supermarkt, maar ik let nooit echt op wat ik in mijn mandje gooi. Boodschappen doen gaat op de automatische piloot, een beetje zoals tandenpoetsen of afwassen. Je doet het een paar keer per dag, maar na afloop kun je het je nauwelijks herinneren. Maar ik zit vol goede voornemens, dus vanaf vandaag wordt alles anders. In plaats van klakkeloos te grijpen naar mijn vaste producten, ga ik kijken wat ik eigenlijk aanschaf en hoe goed dat voor mij en anderen is. De eerste stop: de vleeswarenafdeling. Ik eet geen vlees, maar mijn vriend belegt z’n boterham weleens met kipfilet. Maak ik voor hem de juiste keuze?
Ik bekijk de verse, gerookte kipfilet die ik meestal koop. Er staat met grote letters ‘Beter Leven’ op, een keurmerk van de Dierenbescherming met één, twee of drie sterren. ‘Mijn’ gerookte kipfilet krijgt één ster, wat zou betekenen dat dieren meer ruimte, afleidingsmateriaal en mogelijkheden om hun eigen gang te gaan hebben dan dieren in de standaard veehouderij. Maar wat betekent die ene ster nu echt? Een rondje research wijst uit dat één ster nauwelijks iets voorstelt. De dieren leven nog steeds in krappe omstandigheden en hebben weinig mogelijkheid om natuurlijk gedrag te vertonen. Het is een minimale verbetering ten opzichte van de reguliere veehouderij.
Wilde melk
Verre van diervriendelijk dus, producten met één ster. Maar verwarrend genoeg geeft dit keurmerk wel de schijn van betere omstandigheden. Ik zoek verder en zie dat de biologische kipfilet de topscore van drie sterren heeft. Dat blijkt geen wassen neus, want deze dieren hebben daadwerkelijk betere leefomstandigheden. Om preciezer te zijn: voldoende ruimte om in de stal vrij rond te lopen, een overdekte en vrije uitloop naar buiten en maximaal zesduizend hennen per groep. Dat is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de reguliere kipfilet, dus ik gooi een pakje in mijn mandje. Maar ik heb mijn lesje geleerd: een keurmerk stelt niet altijd iets voor.
Door naar de kaasafdeling. Ik spot op mijn standaard keuze voor plakjes jonge kaas een logo met de tekst ‘Weidemelk’. Geen officieel keurmerk, maar wel een garantie dat de kaas is gemaakt van melk van koeien die minstens 120 dagen per jaar minimaal zes uur per dag buiten in de wei mogen rondlopen. Dit keurmerk is geïntroduceerd door stichting Weidegang, dat als doel heeft de zichtbaarheid van koeien in het Nederlandse landschap te stimuleren. Ofwel: meer koeien ‘in het wild’ in plaats van in de stal. Er is ook melk van dit soort koeien zonder dit keurmerk, maar met het label ‘Weidemelk’ weet je zeker dat je een dier- of in ieder geval: koe- vriendelijkere keuze maakt.
Verder lezen? In de nieuwste Happy in Shape lees je hoe het journalist Fleur Baxmeier verging tijdens haar gehele keurmerkensafari en zetten we de tien belangrijkste keurmerken en hun betekenissen voor je op een rij.
- Tekst: Fleur Baxmeier
- Adobe Stock