20 x de waarheid over biologisch | Deel 1

Is biologisch nu echt gezonder, schoner en lekkerder? 20 feiten en fabels op een rij.

20 x de waarheid over biologisch | Deel 1

Is biologisch nu echt gezonder, schoner en lekkerder? Happy in Shape maakt nu voor eens en voor altijd een einde aan jouw twijfels. Hierbij de 20 feiten en fabels op een rij. 

Biologisch 

1. Biologisch is lekkerder 

Niet perse. Het kan zijn dat het lekkerder smaakt omdat je het bewust hebt gekocht, er veel voor hebt betaald of er idyllische beelden vol wuivende veldbloemen of een fijn gevoel bij hebt, maar geblinddoekt proeven de meeste mensen geen verschil. Dit blijkt uit zowel Brits als Amerikaans onderzoek. 

2. Het is gezonder biologisch te eten 

Onbekend. Afgaand op wetenschappelijk onderzoek is nog niet aangetoond dat biologisch voedsel gezonder is dan niet-biologisch voedsel: een bio-sinaasappel bevat bijvoorbeeld evenveel vitamine C als een gewone. Onderzoek naar individuele producten laat zien dat biologische producten in het algemeen minder resten van bestrijdingsmiddelen bevatten en soms minder nitraat dan niet-biologische producten. De variatie tussen biologische producten is echter groot en hangt af van seizoen, regio en gebruikte rassen. Verder bepaalt niet een enkel product, maar de samenstelling van het totale pakket eten en drinken dat je binnenkrijgt, hoe gezond je eet. Volkorenbrood van de supermarkt is bijvoorbeeld gezonder dan biologische witbrood van de ecobakker. En biologische koekjes kunnen zo vol vet en suiker zitten dat er niets gezonds meer aan is. 

3. Biologisch is beter 

JA! Voor dieren en het milieu is het meestal beter. Bij de productie van de biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu en dierenwelzijn. Zo worden mestoverschotten voorkomen en krijgen dieren meer ruimte dan in de gangbare veeteelt en landbouw. Er zit echter een 'maar' aan de milieuclaim. Door een ander dieet produceren biologische koeien minder CO2, maar net zoveel methaan en lachgas als koeien in de reguliere veehouderij. Ook biologische koeien dragen dus bij aan klimaatverandering. 

4. Producten uit de buurt zijn beter 

Dat zou je denken, maar dat is niet altijd waar: biologisch geteelde Hollandse appels die tien maanden in een koelcel hebben gelegen, hebben meer energie verbruikt dan het kost om verse appels in te vliegen uit Nieuw-Zeeland. 

5. Iedereen kan iets 'bio' noemen

Nee, dit is niet waar. In Nederland controleert de organisatie Skal of producten echt biologisch zijn. De inspecteurs van Skal controleren boeren en producenten, handelaren en verwerker, zowel aangekondigd als onaangekondigd. 

6. Bio-industrie = Biologisch eten 

Integendeel, bio-industrie is een woord voor de industrie die met de hoogst mogelijke efficiëntie dierlijke producten produceert. Het gaat hier om intensieve veehouderij waarbij het welzijn van de dieren lang niet altijd voorop staat en waarbij hormonen en antibiotica worden gebruikt die vervolgens ook weer in het vlees terechtkomen. Als je dat eet, kun je zelf resistent worden voor die antibiotica. Om verwarring met de biologische veehouderij (koeien in de wei, scharrelvarkens- en kippen) te voorkomen, kun je beter spreken van vee-industrie. 

7. In biologisch rundvlees zit geen antibiotica

Klopt in de meeste gevallen. Een biologische koe kan natuurlijk ook ziek worden, maar als ze meer dan twee keer antibiotica heeft gehad, mag ze niet meer als biologische koe worden verkocht. 

Deel 2 van de "20 x de waarheid over biologisch"-reeks lees je hier

Beeld: iStock