Waarom je 's ochtends snoozen eigenlijk heel slecht voor je is

Snoozen; ben jij zo iemand die het iedere ochtend minimaal tien keer doet? We feel you. Maar, we hebben nieuws: je kunt hier beter direct mee stoppen, want het doet meer kwaad dan goed.

Waarom snoozen niet goed is

Snoozen kan op het moment zelf misschien een goed idee zijn, maar volgens the National Sleep Foundation kun je daar beter mee stoppen. Stat. De extra slaap die je dan in zulke kleine chunks krijgt – gemiddeld 9 minuten – doet namelijk meer kwaad dan goed.

“Omdat de snooze-sessie niet lang genoeg duurt om door een complete slaapcyclus te gaan, kun je juist supersuf wakker worden”, zo laat de foundation weten in een artikel op Sleep. De NSF vervolgt dat dit gevoel dan de eerste anderhalf uur van je dag kan aanhouden. Je moet dan echt weer goed wakker worden. Als je snoozet, kom je dus steeds weer in een diepe slaap terecht en daar word je steeds weer gewelddadig uit wakker geschud. Hoe vaker je snoozet, hoe vermoeider je wakker kunt worden. Hoogtijd om die gewoonte te verbreken, dus. En dat kun je doen op de volgende manieren:

1. Leg je wekker of telefoon niet op je nachtkastje.

Als je makkelijk bij je wekker kunt, is het ook erg makkelijk om de snoozefunctie in te schakelen. Het is beter om je wekker ergens neer te leggen waar je niet zomaar bij kunt. Bijvoorbeeld aan de andere kant van de slaapkamer zodat je wel moet opstaan om the alarm uit te schakelen.

2. Achterhaal de beste tijd om op te staan

Een slaapcycle duurt ongeveer anderhalf uur en gemiddeld maken we dit ’s nachts vijf keer door. Idealiter zou je de wekker dan af laten gaan op het moment dat je aan het einde van je vijfde cyclus bent gekomen. Op dit moment slaap je licht en is het makkelijker om op te staan. Ga je dus elke avond om half 12 ’s avonds naar bed? Dan zou je je wekker om half 8 ’s ochtends kunnen zetten. Let er wel op dat je in dat geval ook echt slaapt om half 12. Lig je dan in bed, maar duurt het vaak gemiddeld nog een kwartier voordat je bent ingedut? Houd daar dan rekening mee wanneer je je wekker zet.

Test deze techniek een tijdje en kijk of het voor je werkt. Hoewel de meeste mensen een slaapcyclus van 90 minuten hebben, hebben sommigen er eentje die langer duurt. Experimenteer er eventueel dus wat mee. Of raadpleeg een van de vele sleep trackers online.

3. Zet daglicht in

Daglicht ziet het lichaam als een natuurlijke wekker. Je zou dus met de gordijnen open kunnen slapen en de zon z’n werk laten doen, maar dit werkt helaas alleen maar in erg specifieke gevallen. Want in de zomer hoef je echt nog niet om half 6 ’s ochtends naast je bed te staan. Daarentegen kun je wel moderne technologie aanschaffen. Gebruik bijvoorbeeld geen wekker met geluid, maar eentje die de zonsopgang stimuleert. Op deze manier maak je je lichaam op een vreedzamere manier wakker.

4. Ga eerder naar bed

We noemden net al dat je slaapcyclus een rol kan spelen in goed wakker worden. Het kan echter ook dat je écht nog niet genoeg slaap hebt gehad wanneer je wekker gaat en dat je daarom blijft snoozen. Simpel advies: eerder naar bed gaan. En dat hoeft heus geen uur eerder. Een kwartier eerder de wol opzoeken kan al helpen!

Bron: Marie Claire | Beeld: iStock